top of page

Fuck... Ik heb een dodelijke ziekte overleefd...

  • Foto van schrijver: Frame out
    Frame out
  • 26 apr
  • 5 minuten om te lezen

Vandaag geen gedetailleerde analyse, maar een persoonlijk artikel.

Trigger warning: in deze post bespreken we depressie, zelfmoord en therapie.

Voel je dat je dit nu niet kunt dragen? Sluit dan alsjeblieft deze pagina. Zorg eerst voor jezelf.


Mark Thiessen schreef over zijn VVD-collega Annemarie die overleden is aan depressie. In zijn persoonlijke column laat Mark Thiessen zien hoe depressie niet zomaar somberheid is, maar een genadeloze hersenziekte die medische zorg vereist en dodelijk kan zijn. Ondanks liefde, therapie en steun voelde Annemarie zich onbereikbaar alleen. Haar laatste wens: dat we het stigma doorbreken, schuldgevoel loslaten en blijven praten over de echte, verwoestende aard van depressie.


Laat ik bijdragen door erover te schrijven als iemand die depressie heeft overwonnen. Eigenlijk moest ik op een vertiefde manier huilen van blijdschap dat iemand opschreef dat depressie een dodelijke ziekte is. Bij mij drong door dat ik een dodelijke ziekte heb verslagen, en het feit dat ik het zonder cynisme kan opschrijven, geeft aan hoe hard ik aan het werk ben. Daarmee wil ik niets zeggen over Annemarie – juist door het taboe rond depressie, weten we niet hoe ernstig haar ziekte was.


De kans is groot dat zij veel zieker was dan ik ooit ben geweest. Mark vertelt dat ze zei: "Had ik maar kanker in plaats van depressie." Kanker roept begrip op. Depressie wordt nog te vaak weggezet als wat somberheid, iets waar je je met een beetje wilskracht wel uit zou kunnen trekken. Kanker is misschien wel de beste metafoor voor depressie. Nu ik zelf in de nasleep zit, moet ik "stoppen met roken". Natuurlijk had roken ooit voordelen — een scherpere focus, een moment van rust — maar uiteindelijk breekt het je af. Zo werkt die venijnige innerlijke stem ook. Met harde opmerkingen schop je jezelf even vooruit, alsof je er kracht uit put. Maar ondertussen richt het langzaam en genadeloos schade aan.


Een andere les uit Mark zijn artikel: als vriend of geliefde kun je iemands depressie niet genezen. Liefde, aandacht en medische zorg zijn essentieel, maar ze zijn geen wondermiddel. Zelf kreeg ik na mijn zwangerschap PTSS, omdat ik als kind mishandeld ben. Ik had flashbacks, maar mensen geloofden het nauwelijks — want ik was geen veteraan. Mijn ex probeerde me vaak op te vrolijken met cadeaus. Ik ben niet materialistisch ingesteld, maar ik wist: dit was zijn manier om liefde te tonen. Toch groeide zijn frustratie. "Waarom ben jij nooit tevreden?" vroeg hij op een dag. "Omdat tevreden zijn iets anders is dan gelukkig zijn," antwoordde ik. In plaats van hulp in te schakelen, probeerde hij mijn depressie weg te kopen.


Maar waarom was ik niet gelukkig? Wat stond mijn geluk in de weg? Toen ik wakker werd in de uitslaapkamer na een keizersnede, kwam de gedachte keihard binnen: "Shit, ik heb een kind op de wereld gezet. Wat heb ik dat kind eigenlijk te bieden? Ik ben slecht, en door mijn bestaan komen anderen niet tot hun potentie." Dan is het op een vertiefde manier een nobele daad om uit het leven te stappen.


De ironie was dat ik juist flashbacks kreeg op momenten dat ik het goed deed, of juist goed wilde doen. Als ik liefde gaf, drongen de herinneringen zich op — een pijnlijke confrontatie met wat ik zelf nooit had gehad. Je staat op een kinderboerderij met je kind, en ineens herinner je je hoe jij vroeger niet eens het erf af mocht. Hoe je binnen moest blijven en tv moest kijken, om klappen te vermijden. Of iets simpels dat een luier lekt, omdat je vergeten bent de randjes naarbuiten te vouwen. Een normaal iemand ziet dit als menselijk, maar jij denkt: 'Tering, dit komt nooit meer goed. Ze kan beter geen moeder hebben dan mij.'


Zelfpesterij is een slechte gewoonte die je jezelf aanleert, vaak omdat je niet beter weet en toch overeind moet blijven. Alleen al het idee dat je iets aardigs over jezelf zou mogen zeggen, bezorgt je in het begin koude rillingen. Daarom vergelijk ik het met stoppen met roken: het kost keihard werken om nieuw gedrag aan te leren. Kijk maar eens hoe bloedchagrijnig rokers worden als ze stoppen; hun lichaam gilt om nicotine, zoals jouw psyche schreeuwt om die vertrouwde zelfpesterij. En dan schrijf je op: "Ik heb hard gewerkt, mijn haar geföhnd en mijn huis opgeruimd." Elke vezel in je lijf spartelt tegen.


Annemarie benadrukte in haar brieven dat niemand haar dood had kunnen voorkomen en dat haar omgeving alles had gedaan wat mogelijk was. Zelfs toen Annemarie weer mensen opzocht en open sprak over haar depressie, was dat geen teken van herstel, maar een manier om afscheid te nemen. Hoeveel anderen ook in haar geloofden, Annemarie had dat vertrouwen in zichzelf verloren, en dat was uiteindelijk beslissend.


Er zijn mensen die geloven dat sapkuren kanker kunnen genezen — een hardnekkige gedachte, die pijnlijk duidelijk maakt hoe we soms ook over depressie praten. Maar niemand zal tegen een kankerpatiënt zeggen: "Ga lekker naar buiten, zet een vrolijk liedje op, dan voel je je vanzelf beter." We weten dat kanker zware middelen vereist. Bij depressie is dat niet anders. Therapie, medicatie, vaak allebei. Daarom is het ook zo achteloos om iemand te adviseren zomaar te stoppen met antidepressiva. Alsof je tegen een kankerpatiënt zou zeggen dat hij de chemotherapie maar even moet laten staan.


Bij mij heeft EDMR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) uiteindelijk geholpen, en dat heb ik oprecht ervaren als een mentale bestraling. Het moment dat ik dit opschrijf zit ik nog in de therapie, maar ik heb weer zin om dingen te ondernemen, en te kijken wat er nog mogelijk is om van het leven te maken. Een ding waar men het bij kanker ook te weinig over heeft, is de nasleep. Hoeveel herstel erover blijft en dat er behoorlijk wat opgeruimd moet worden. Dit is bij depressie ook zo, hoewel überhaupt de depressie zelf ook niet serieus genomen wordt.


Nu ik druk bezig ben met herstel, heb ik weleens afgevraagd van: 'Hoe pikten mensen de signalen niet op? Ik zei letterlijk dat ik dood wilde en kwaadaardig was.' Misschien is het ook een cognitieve zelfbescherming, want als iemand zo ziek is en niet slechts in de war, dan ben je als bijstaander machteloos. En je wil niet machteloos zijn bij degenen die jij lief hebt. Daar wil je alles voor kunnen doen, en hetgene dat je kan doen, is dan een professional vertrouwen. Voor mensen die iemand zijn verloren aan depressie: 'Neem het jezelf niet te kwalijk, dat je de ernst niet hebt kunnen zien. Erkennen dat iets buiten jouw kunnen ligt, is moeilijk.'


Herstellen is geen rechte lijn. Je struikelt, je staat op, je struikelt opnieuw — en toch zet je door. Elk klein stapje, hoe onzeker ook, is een stille daad van verzet tegen alles wat je klein probeert te maken. Terwijl je midden op dat mentale schoolplein staat, omsingeld door die pestende stem in je hoofd: je bent er nog. Je ademt nog. Dat alleen al is verzet — tegen elke fluistering die je wilde breken, en jij hebt niet opgegeven.


Wat is nu mijn taak? ‘Psychisch stoppen met roken’ — beseffen dat het geen garantie geeft dat ik nooit meer ziek word, maar dat het de kans wél kleiner maakt. En daarnaast: zien dat er nog een leven voor me ligt. Dat ik blijf bijdragen, al is het door nu te schrijven over depressie. Laat ik mijn herstel ook bij deze betekenis geven.


Heb je gedachten aan zelfdoding of zit je in crisis? Neem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via 0800-0113 of kijk op www.113.nl. Je staat er niet alleen voor.

 
 
 

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page